Senergiek Portret                          

In maart van dit jaar stopte Else-Marieke van Os als bestuurslid voor de sector ‘activiteiten’ van Senergiek. Zij had er in de afgelopen zes jaar een behoorlijke slinger aangegeven: er is altijd wat te doen, er zijn beproefde en nieuwe activiteiten, en veel mensen hebben er hun weg naartoe gevonden. Vind maar eens een goede opvolger die, net als zij, van wanten weet. Zo iemand moet kunnen regelen en organiseren, verbinden en bemiddelen, oog hebben voor het geheel én voor de afzonderlijke onderdelen, zowel met mensen als met instanties kunnen omgaan, hij moet invoelingsvermogen hebben en tegelijk doortastend kunnen zijn. En: hij moet veel vergaderen, en vooral aan dat alles ook nog zelf plezier kunnen beleven.

Wie zoekt vindt, wie vraagt krijgt antwoord, wie klopt wordt opengedaan:

       Paul Hotterbeekx

Het begin

Geboren in 1953 en getogen in het Limburgse Echt. Hij wilde het onderwijs in en volgde de Pedagogische Academie. Daarna zou hij in dienst moeten, maar dat wilde hij eigenlijk nou net niet. Het waren de jaren ’70 en de geest was in die naoorlogse tijd van vrede antimilitaristisch. Paul voelde zich niets meer of minder dan de andere jongens die wel in dienst gingen, maar voor hem was het duidelijk: áls hij onder de wapenen ging, dan zou hij ook zijn eigen ik en argumenten meenemen - en dat zouden ze merken. De dagelijkse werkelijkheid schoot te hulp: als leerkracht op een school voor buitengewoon onderwijs in Spijkenisse kreeg hij vrijstelling.

Buitengewoon onderwijs: waarom?

Paul: ‘we zeggen nu ‘speciaal onderwijs’, dat deed ik het liefst. Die kinderen kon je echt vooruit helpen. Zij worden vaak overrompeld door een situatie waarin ze terechtkomen, maar je kunt ze leren om te gaan met de gevolgen van iets, hoe hou je op tijd rekening met ‘als ik dit doe, dan gebeurt er dat’. Het is mooi als kinderen dat leren’.                                                                                                                           

‘Ik heb altijd alles op mijn eigen voorwaarden willen doen, nooit zomaar klakkeloos. Zonder dat nou per se te willen liep ik voorop, ik heb altijd mijn nek uitgestoken. Als 14, 15-jarige was ik voorzitter van het jeugdwerk in Echt; het lukte ons niet om een werkvergunning te krijgen voor een Engelse groep. Ik ben toen vasthoudend gaan bellen naar Den Haag, kreeg uiteindelijk Marga Klompé, toen minister van Sociale Zaken, aan de lijn - en binnen een uur was het geregeld. Die brutaliteit had ik. Ik was en ben een eigenwijze kneuter’.

Carrière

Als je een leerkracht bent die graag regelt en dat ook goed doet, dan is de kans groot dat je niet voor de klas blijft staan, maar het ‘hogerop’ zoekt. Zo is het bij Paul ook gegaan. Want: ‘het regelen vond ik het fijnst, voorwaarden creëren. Waar het om ging is heel eenvoudig: vertrouwen geven aan de mensen waardoor zij het beste uit zichzelf naar boven konden halen.                                                                    

In 1980 werd hij directeur van een school, daarna van een andere groep scholen, vervolgens van een cluster scholen, en gaf hij onder meer leiding aan het Samen-naar-School-proces, een koepelorganisatie voor heel Eindhoven, waarbij uitdrukkelijk wordt geprobeerd ‘zwakkere’ leerlingen zolang mogelijk op de ‘gewone’ scholen te houden. Er volgden jaren als algemeen directeur van een onderwijsstichting, directeur  van de grootste school voor special onderwijs in Breda, en directeur samenwerkingsverband Voortgezet Onderwijs Eindhoven – Kempenland.                                     

 Klinkt goed en stoer allemaal, ‘maar ik kwam steeds verder van de mensen af te staan. Het was voor mij erg belangrijk om tussen de mensen te blijven. Mijn idealen kon ik met en door hen bereiken’.  

Ziek

Er volgden een paar moeilijke jaren. Paul had al langer last van zijn rug, er bleek een dubbele hernia te zitten. Bovendien kreeg hij een hartinfarct. ‘Ik heb twee jaar het gevoel gehad dat alles me was afgenomen’. Al die jaren van succes en rennen en zelden thuis hadden hun tol geëist.

Een andere lijn

Destijds, als leerkracht voor de klas, wilde hij er nog iets extra’s bij doen: Paul ging studeren voor de muziek-acte en deed elk jaar voor enkele vakken staatsexamen. Parallel aan zijn beroepsleven  volgden jaren met koren: mannenkoren, gemengde koren. Ook hier gold wat voor zijn carrière gold: er het beste uit halen, de ervaring opdoen dat je uit zo’n koor het beste kunt halen. Pas in 2023 is hij ermee gestopt, want ‘ik had andere ideeën’. Zingen blijft echter zijn liefde hebben: waar mogelijk doet hij mee aan het zingen in projectkoren. En, niet te vergeten: in 2001 was hij Prins Paul d’n Urste in het Nuenen van de Dwèrsklippels.

En hoe kwam Senergiek in beeld?         

‘Ik wist wel dat Senergiek bestond, maar ik had er geen beeld bij. De penningmeester van Senergiek zingt al jaren in het koor dat ik dirigeerde. Hij zei: we hebben iemand nodig die de verbinding kan leggen tussen al die activiteiten en de mensen, het bestuur en de leden. Nu er wat rust in mijn leven was gekomen wilde ik iets gaan doen dat de grijzende cellen prikkelt, en - eerlijk is eerlijk - ik wil ook graag succeservaringen opdoen’.

‘Wat ik hier heb aangetroffen:  vriendelijke, positief ingestelde mensen, die ook plezier beleven aan dit drukke stukje leven dat ze zichzelf hebben opgelegd, en dat voel je. Het is leuk als mensen kunnen doen wat ze leuk vinden. Mijn taak is om dat te faciliteren’.

‘Ik zal me de komende jaren toeleggen op de verbinding tussen de activiteiten, de groepen en de deelnemers. Voor ieder gaat het om de persoonlijke ontwikkeling, de deelname en het plezier: de ervaring dat je deel uitmaakt van een groter geheel. De uitdaging voor Senergiek is om kwaliteit te bieden en tegelijk laagdrempelig te zijn. Dat laatste is belangrijk, want van de 1600 leden zijn er maar zo’n 400 actief: daar is dus nog wel iets te winnen’.

Tot slot: Paul in twee citaten:

Eén:    ‘ik ben een gelukkig mens, want ik kan genieten van de kleine processen tussen en met mensen’.

Twee:  ‘Ik kan heel veel, maar ik heb de ander nodig, want ik kan het niet alleen’.

Frank van de Poel